Hoeveel moet ik u?

Sectoren
Algemeen

De leerlingen bepalen een redelijke prijs voor de verkochte groenten en/of fruit in de hoevewinkel, waarbij ze rekening houden met winst en verlies, de loonkost en de inkoopprijs.

Inhoud: inkoopprijs, verkoopprijs, winst of verlies + loonkost (hoeveverkoop)

Doelstellingen

  • De leerlingen denken na over verschillende factoren die een invloed hebben op de prijs van een product.
  • De leerlingen kunnen een redelijke verkoopprijs bepalen voor de producten op de hoeve.
  • De leerlingen kunnen de arbeidsomstandigheden van verschillende beroepen vergelijken (verloning, werktijden, werkplaats,…).

Eindtermen en leerplandoelen

Eindtermen 

  • Mens & maatschappij
    • 2.1
    • 2.2
  • Wiskunde
    • 2.11

VVKBaO

  • IVoz3
  • OWsa2
  • WDIw3

OVSG

  • Wereldoriëntatie
    • WO-MAA-SEV-17c
  • Wiskunde
    • WI-ME.GELD.7
    • WI-SPV.01.05

GO!

  • Wereldoriëntatie
    • 31410
    • 31411
    • 31306
  • Wiskunde
    • 2.2.25
  • materialenkit
  • enkele losse groenten of fruitsoorten, evt. fruit- of groentepakket
  • groentefiches (voor berekening verkoopprijs) – zie downloads
  • potlood en papier of ZRM
  • schrijfbord

1. Dit is geen gewone winkel…

AUTHENTIEKE CONTEXT

We starten deze keer in het ‘winkeltje’ of de plaats waar klanten hun fruit kopen of groenten(pakketten) ophalen. 

- Waarin verschilt ons ‘winkeltje’ van een gewone winkel of supermarkt ? (Er is slechts een beperkt aanbod.  Er zijn enkel eigen producten te koop.  De inrichting is toch wat sober....)

- Wanneer is het winkeltje geopend ? (De openingsuren zijn wel heel beperkt.  De klanten moeten ook soms laten weten wanneer ze langskomen.)

- Hoe zou dat komen ? (De landbouwer wil vooral zijn/haar tijd gebruiken om in de boomgaard te werken of verse groenten te kweken.  Wachten op klanten doet hij/zij liever niet.)

Neem voldoende tijd om de hoeveverkoop te duiden.  Focus op de verkoop van losse fruit- of groenten(pakketten) (en niet op zelfpluk of een vast lidmaatschap, zoals bij C.S.A.-verkoop). 

2. Prijsbepaling voor een fruit- of groentepakket

DENK- EN DOEVRAGEN

 

Voorzie of simuleer eventueel een fruit- of groentepakket.

groenten

- Hoeveel zou dit pakket nu kosten ? (… .  We noemen dit de verkoopprijs.)
- Hoe hebben jullie die prijs berekend ? Waarmee houden jullie rekening ? (gemaakte kosten zoals de kostprijs van het plant- en zaaigoed, meststof, de aankoop van zijn materiaal zoals serres of tractor, misschien zelfs de aankoop of de huur van de grond waarop de teelten groeien, promotiekosten voor de hoevewinkel,…)
- Wie moet er voor die gemaakte kosten opdraaien ? (De landbouwer betaalt deze kosten.  We kunnen dit de inkoopprijs noemen.)
- Kan de landbouwer hiermee tevreden zijn ? (Nee, want voorlopig heeft hij nog niks verdiend.  Op die manier werkt hij/zij gratis.  Op die manier kan hij/zij zijn/haar gezin niet onderhouden.)

- Wat is dus noodzakelijk ? (het is nodig dat de landbouwer niet enkel zijn gemaakte kosten terugverdient.  Het is ook nodig dat hij een deel winst maakt.  Op die manier wordt zijn/haar werk verloond en kan hij/zij zijn/haar gezin onderhouden.  Hij/zij moet dus meer vragen dan de gemaakte kosten.  Anders gezegd, de verkoopprijs moet hoger zijn dan de inkoopprijs.)

- Hoe heet dat ? (Dat is de winst.  Je kan het ook de loonkost noemen… het loon dat de boer verdient voor zijn/haar werk.)

- Hoeveel zou de boer nu per uur (willen) verdienen ? (Dat varieert, maar 10 euro/uur is toch wel het minimum.)

Laat de kinderen nu nog een tweede keer berekenen hoeveel de prijs van het fruit- of groentepakket kost.  Hebben zij intussen rekening gehouden met een bepaalde winstmarge ?

3. Prijsbepaling voor een groente- of fruitsoort

SYSTEMATISCH ONDERZOEK

Haal nu uit het groente- of fruitpakket een drietal soorten die in de hoevewinkel verkocht worden.

Hieronder nemen we volgende groenten als voorbeeld : ijsbergsla, rode kool en prei.

- Zoals we daarnet de prijs van een groentepakket berekend/geraden hebben, is toch een beetje losjes.  Dat moet nauwkeuriger kunnen.  Hoe gebeurt de prijsbepaling van rode biet, rode kool en prei op de meeste boerderijen ? (Bij de meeste boerderijen wordt de oogst naar de veiling vervoerd.  Daar wordt de oogst aan de hoogste bieder verkocht.  Als er weinig aanbod is van een bepaalde groente, dan heeft de boer geluk en krijgt hij/zij een mooie prijs.  Als er een overaanbod is van een bepaalde groente, dan krijgt hij/zij soms maar een peulschil.)

- Wat is het nadeel van deze manier van werken ? (De boer weet eigenlijk nooit waaraan hij/zij toe is.  Zijn winst/loon kan wel eens hoog zijn, maar soms werkt hij/zij gewoon met verlies.)

Dat willen wij dus niet… dus bepalen wij zelf onze prijs.  Anderzijds wil de klant in onze hoevewinkel niet teveel betalen (want anders gaat hij/zij terug naar de supermarkt).  We moeten dus onze prijs heel doordacht bepalen.prijslijst

De groep wordt nu in drie (of… , afhankelijk van het aantal gekozen fruit- of groentesoorten) verdeeld.  Iedere groep krijgt de opdracht om de verkoopprijs (per stuk, per kg) van één bepaalde fruit- of groentesoort te bepalen.  Om niet te vervallen in gissen en missen, voorzien we de gegevens voor een perceel van deze fruit- of groentesoort (aantallen, kosten plantgoed, extra kosten, werkuren).  Die gegevens worden op losse fiches gezet.  Bij de kopieerbladen zie je een drietal voorbeelden.  Die voorbeelden moeten aangepast worden aan het bedrijf zelf.

De kinderen hebben intussen reeds ervaring met het werk op de boerderij.  Laat ze daarom eerst verwoorden welke taken uitgevoerd moeten worden om kwaliteitsvolle groenten of fruit te kweken (grond bemesten en bewerken, planten of zaaien, wieden, bevloeien, oogsten,…). 

Lukken de kinderen er nu in om een verantwoorde en waardige prijs (per kg, per stuk) te bepalen ?

Voorzie evt. papier en potlood om één en ander te laten noteren.  Achteraf wordt de oplossingswijze van enkele groepjes op het schrijfbord overlopen.

Die prijs wordt dan vergeleken met de vraagprijs op het bedrijf zelf.  (In de voorbeelden merk je dat de verkoopprijs ongeveer het dubbele van de totale kostenprijs met loon uitmaakt.  Dat lijkt me noodzakelijk om toekomstige investeringen mogelijk te maken. Wijs ze ook op het feit dat niet alle groenten of fruit verkocht raken.  Dat is natuurlijk ook een extra kost.)

De moeilijkheidsgraad in de fiches is telkens iets hoger.  Hier kun je dus wel wat differentiëren.

4. In de verkoop ?

TRIGGER

Hierna kunnen de kinderen best wel aan het werk.  Het zou natuurlijk wel meegenomen zijn, als dat werk zich ook in de hoevewinkel zou situeren (… maar dat is geen vereiste).

Prikkel de kinderen tijdens het werk wel met een probleem, dat straks tijdens de reflectie ontrafeld wordt.

- Als de landbouwer 10 euro/uur verdient, hoeveel verdient hij dan in een maand ?

- Ken je ook het loon van je papa of mama ? Maak dan eens de vergelijking.

5. Nabespreking

REFLECTIE en INTERACTIE

Tijdens de reflectie worden de taken nog eens overlopen en op kwaliteit geëvalueerd.  (Hoe verliep het werk ? Wie had hulp nodig ? Hoe heb je dat geregeld ? Hoeveel tijd was er voor die taak nodig ?...)

Sta ook eens stil bij de begrippen inkoopprijs, verkoopprijs, winst of verlies.

Reflecteer tot slot op de ‘prikkelvraag’.

- Als de landbouwer 10 euro/uur verdient, hoeveel verdient hij dan in een maand ? (1780 euro/maand)

- Ken je ook het loon van je papa of mama ? Maak dan eens de vergelijking. (Het loon van een landbouwer is toch behoorlijk laag.  Geen wonder dat een landbouwer meestal meer dan 8 uur werkt.  Voor veel landbouwers is er ook niet echt sprake van een weekend, zeker als er met dieren gewerkt wordt.  De vermenigvuldiging (… x 8 uur, … x 22 dagen) gaat dus niet op.)

Minimumlonen in de groenteteelt

De loonkost is ook zeer belangrijk voor een bedrijf. Deze mag niet te hoog liggen. De meeste land- en tuinbouwbedrijven proberen daarom het werk alleen aan te kunnen of met familieleden. Ze nemen enkel iemand in dienst aan wanneer het echt nodig is, want dit neemt een hele hap van het budget. Voor elke extra werknemer moet je nl. ook nog een flinke portie kosten (RSZ, vergoeding voor werkkledij, betaalde feestdagen, anciënniteitsverhoging,…) betalen.  Daardoor betaalt een landbouwer ongeveer het dubbele van het loon dat de werknemer ontvangt.  Afgerond komt het hierop neer dat een werknemer in de groenteteelt ongeveer 10 euro per uur verdient, maar ongeveer 20 euro per uur aan de werkgever kost.

Prijs op veiling

Werking:

Heel wat groenten en fruit worden verkocht op de veiling. De REO-veiling in Roeselare is een zeer gekende. De prijs wordt op een heel andere manier bepaald in tegenstelling tot een groentewinkel op een tuinbouwbedrijf zelf, waar de tuinbouwer de prijs bepaalt.

Zowel groenten als fruit worden de dag voor de verkoop door de teler naar REOde veiling gebracht. De keurmeesters van de veilingen bekijken en keuren de producten. Na de keuring en toekenning van de klasse (bijvoorbeeld het Flandria-label voor de beste producten) worden de producten onmiddellijk in de frigo geplaatst.

De volgende morgen gebeurt de verkoop van de producten met de klok. Deze klok geeft verschillende stukken informatie tegelijkertijd: de kwaliteit, de prijs, de hoeveelheid... Elke koper heeft op zijn bank een drukknop waarmee hij kan aangeven dat hij interesse heeft in dat bepaald product. De lampjes van de klok lopen van de hoogste prijs naar de laagste. Wil de koper een bepaald product aankopen, dan wacht hij tot het lampje brandt bij de prijs die hij wil betalen en drukt dan snel af. Dat kan soms spannend zijn: drukt hij te snel, dan betaalt hij te veel. Drukt hij te traag, dan is iemand anders hem misschien voor. Met één druk op de knop kan iemand niet de hele lading groenten of fruit kopen. De aantallen zijn vooraf bepaald. Kopers kunnen ook in de 6 LAVA-veilingen tegelijk of zelfs van thuis uit aankopen dankzij de moderne technologie.

prijsTelers van verse groenten en fruit weten vooraf nooit hoeveel hun producten zullen opbrengen. Dit verschilt van dag tot dag naargelang vraag en aanbod. Afhankelijk van hoeveel product er wordt binnengebracht en hoeveel kopers nodig hebben, wordt de prijs evenwichtig bepaald.

Na de verkoop in de veiling worden de producten zo snel mogelijk in koelwagens geladen. Zo blijven de producten fris tot ze in de winkels terechtkomen. Eigenlijk zijn ze op dat moment minder dan 1 dag oud.