Aardappelen

Sectoren
Groene Vingers

Hoe kweken we aardappelen ?

 

De aardappel komt uit de Andes.  De Inca’s aten ze al, samen met maïs en bonen.  500 jaar geleden kwam de aardappel naar Europa.  De Italianen kweekten hem toen als sierplant – Solanum is vandaag nog altijd een familie van terrasplanten.  De knollen waren voor de varkens.  Uiteindelijk probeerden de Fransen de aardappel in hun cuisine.  Ook de Russen ontdekten hem, maar aten ook het loof mee op met desastreuze gevolgen.  Aardappelen behoren tot de nachtschadefamilie en het loof is giftig.  Toch werden aardappelen immens populair.  Ze bleken makkelijker te oogsten dan tarwe of rogge.  Dankzij de aardappel kennen we nu de herfstvakantie.  Zo konden kinderen van boeren meehelpen met de aardappeloogst.” (Wim Lybaert in ‘Mijn moestuin’)

 

fase 1: voorkiemen en planten

Hoe planten?

aardappel

Vroege aardappelen kunnen al geplant worden in volle grond vanaf half maart.
Dek de rijen eventueel met een vliesdoek en stro, als bescherming tegen nachtvorst. Halfvroege en late aardappelen kunnen van begin april in de grond. 

Enkele rassen die dienen voor vroege teelt:
                - Eersteling
                - Frieslander
                - Lady Christl
                - Triplo (BIO)

Voor latere rassen kiezen we best voor BIO-plantgoed, omdat die resistenter zijn tegen de aardappelplaag :

  • Toluca
  • Agria
  • Biogold
  • Connect
  • Sarpo Mira

 

Voorkiemen

Wie graag écht vroege aardappelen op zijn akker wil, laat zijn plant- of pootaardappelen – de knollen die je poot, te koop in een tuincentra – best voorkiemen. Dat levert een groeivoorsprong op van ongeveer 2 weken. Hoe doe je dat? Je legt ze enkele dagen voor het planten op een droge maar warme en lichtrijke plaats. Na een tijdje zullen ze kiemen vormen, die 1 à 2 cm lang mogen worden. Als je pootaardappelen al kiemen hebben, moet je ze niet meer laten voorkiemen.

Planten

Maak de grond goed los voor je start met planten.

Maak gleuven (‘voren’) in de grond van 10 cm breed en 5 cm diep. Laat ongeveer 70 cm tussen twee rijen. Leg de aardappelen met hun kiemen naar boven in de gleuf en laat 35 cm tussen. Bedek daarna met aarde en geef water. Als er nog nachtvorst voorspeld wordt na het planten, kan je de rijen bedekken met een doek of met stro. Dat houdt de grond warm.

Gebruik een plantkoord om mooie rechte rijen te bekomen.
 

kalender

 

Plaats in de moestuin?

Geef aardappelen een zonnige plek in de moestuin met voldoende luchtbeweging.  Op die manier kan de aardappelziekte vermeden worden.

In principe zijn alle grondsoorten geschikt voor de kweek van aardappelen.  Vermijd echter te natte gronden.  Verder is een goed verteerde organische bemesting met stalmest of compost gewenst.  Extra kalium kan belangrijk zijn voor de waterhuishouding (glazigheid) en de bewaarbaarheid van de knol. 
 

Onderzoekend leren: om bij na te denken…

En als we heel snel resultaat willen hebben… ?
Als je graag heel vroege aardappelen wil, kan je in maart een planting afdekken met gaatjesplastiek of vliesdoek. Enkel lichte gronden komen hiervoor in aanmerking. De plastiek of vliesdoek wordt verwijderd als de eerste keer aangeaard wordt.

Eventueel bedek je samen met de kinderen een gedeelte van de aardappelen met een vliesdoek.  Na enkele weken – bij het eerste aanaarden- kan je eens vergelijken of de groei beïnvloed werd.
 

fase 2: aanaarden en begieten

Wanneer aanaarden?

De knollen die je gepoot hebt, vormen boven de grond al na een paar weken stengels met blaadjes. Onder de grond vormen ze ook stengels, maar dan met wortels in plaats van blaadjes.

Als de stengels boven de grond ongeveer 15 cm groot zijn, is het tijd om de rijen op te hogen.

 

Waarom aanaarden?

Aanaarden is belangrijk omdat het de plant stimuleert tot het vormen van ondergrondse stengels en knollen, en omdat het vermijdt dat de knollen in aanraking komen met het zonlicht.

Het overtollig water wordt ook beter afgevoerd en het vormt zelfs bescherming tegen nachtvorst.

 

Hoe aanaarden?

Dat doe je een eerste keer als de planten ongeveer 10 cm hoog zijn, een tweede keer als ze ongeveer 20 cm hoog zijn.

Met een hak of een aanaarder voeg je extra grond aan beide zijden van de rij toe. Tegelijkertijd kan je eventueel wat kalium of meststof strooien.

aanaarden

Begieten

Zodra de aardappelplanten in bloei staan (ze vormen mooie witte of paarse bloemetjes in de vroege zomer), beginnen de nieuwe knollen onder de grond pas echt te groeien (dikker te worden). Tijdens die groeiperiode is het erg belangrijk dat de plant niet te weinig water krijgt, want dat veroorzaakt glazige aardappelen. Als de zomer dus erg droog is, geef je best een beetje water bij.

 

Aandachtspunten! 

Let op voor de aardappelplaag. De aardappelplaag ontstaat bij warm en regenachtig weer. Door het vocht drogen de bladeren trager op en krijgt de gevaarlijke schimmelziekte sneller vat op de onderkant van het aardappelloof. Zorg er dus voor dat de planten ver genoeg uit elkaar staan voor een goede verluchting.

Vanaf juni ontstaan er bruine vlekken op de bladeren en stengels die uiteindelijk rotten. De schimmel verspreidt zich zeer snel via de stengels naar de knollen.

De aardappelplaag is zichtbaar op de aardappelknol door ingezonken plekken en de knol zelf is glazig met bruine plekken waarbij deze snel zal rotten. Een aangetast gewas sterft snel af en infecteert zeer snel de overige aardappelplanten.

In de handel bestaan er uiteraard allerlei middeltjes tegen de aardappelplaag.  Maar we willen het natuurlijk houden.  In een extra infofiche kun je nalezen hoe je een aftreksel van heermoes kunt brouwen.

 

Onderzoekend leren: om bij na te denken…

Behandelen tegen de aardappelziekte: is dit echt nodig?
Laat de kinderen ook één of meerdere aardappelplanten onbehandeld.  Bij het oogsten kan nagegaan worden of het heermoesaftreksel echt wel effectief werkt.

Let wel ! De voorgestelde aardappelrassen zijn voorlopig vrij goed resistent tegen de aardappelziekte.

Kan het ook zonder aanaarden ?

Het is ook mogelijk om in de proeftuin één of meerdere aardappelplanten vrank en vrij te laten opgroeien (= zonder aanaarden).  Interessant is het dan wel om de oogst te gaan vergelijken.

fase 3: oogsten

Wanneer oogsten? 

Vroege aardappelen kunnen al in juni geoogst worden zonder dat het loof al afgestorven is. De halflate aardappelsoorten worden pas in september geoogst.
 

Hoe oogsten?

Til de aarde rond de plant (houd voldoende afstand zodat je niet in de knollen zelf prikt) op met een riek of een spitvork en verzamel alle aardappelen. Diegenen die je geraakt hebt met je riek, eet je best zo snel mogelijk op. De andere kan je even op de grond laten liggen, zodat ze kunnen drogen. Daarna kan je ze bewaren op een donkere, koele en goed geventileerde plaats.

oogsten

Bronnen :

Zelf aardappelen kweken. (z.j.). Geraadpleegd van http://www.veldverkenners.be/tuintip-zelf-aardappelen-kweken