De leerlingen kunnen bepaalde regels verwoorden, waardoor gevaar op de boerderij vermeden wordt en het welzijn van de bewoners, de bezoekers, de planten en de dieren gerespecteerd wordt.
Inhoud: gevaar en regelgeving op de boerderij

Doelstellingen
- De leerlingen kunnen de betekenis van de vier soorten verkeersborden verwoorden.
- De leerlingen kunnen bepaalde gevaarlijke of te vermijden situaties op de boerderij herkennen.
- De leerlingen kunnen bepaalde regels en afspraken op de boerderij aan een passend verkeersbord koppelen.
Eindtermen en leerplandoelen
Eindtermen
- Wet. & techniek
- 1.19
- Mens & maatschappij
- 4.14
ZILL
- IKwn2
- IVgv2
- OWru7
OVSG
- Wereldoriëntatie
- IDW-ver 2 – B.8
- Mens & maatschappij
- GEZ-gvl 3- B.21
- Attitudes
- A.48
GO!
- Wereldoriëntatie
- 3.1.2. 12
- 3.2.7. 16
- 3.5.9. 1
- 3.5.9. 3
- 4 types (lege) verkeersborden in meervoud (elk kind krijgt één verkeersbord)
- enkele sclera-pictogrammen met herkenbare handelingen of situaties
1. Dit kennen we al…
AUTHENTIEKE CONTEXT
Als het traject op de boerderij al een tijdje loopt, dan is het wel eens nodig om terug de puntjes op de i te zetten. Vooral op gebied van veiligheid is het aangewezen om een aantal situaties en plekken op de site opnieuw te bekijken en eerdere afspraken te herhalen.
DENK- en DOEVRAGEN
De (soorten) verkeersborden zijn meestal al goed gekend.
- Waarvoor zorgen verkeersborden ? (Ze geven informatie. Ze wijzen plekken aan, die belangrijk zijn. Dat kunnen gevaarlijke plaatsen zijn, maar evenzo kunnen het niet-gevaarlijke plekken zijn, waar je bepaalde handelingen wel of niet mag uitvoeren.)
- Welke vormen komen het meest voor ? (Rond en driehoekig zijn meest voorkomend, maar ook de rechthoek of de achthoek zie je veel in het straatbeeld.)
- Welke kleuren hebben verkeersborden ? (Rood en blauw zijn meest voorkomend. Ook geel komt wel eens voor. Op het bord zijn de tekens meestal in zwart afgebeeld.)
- Van wie hebben we die rood-zwart of geel-zwart combinatie afgekeken ? (Eigenlijk hebben we die kleuren van de dieren afgekeken. Die rood-zwart / geel-zwart combinatie betekent in de dierenwereld meestal dat er gevaar dreigt. Bepaalde dieren gebruiken die kleuren ook wel om zichzelf tegen andere dieren of gevaren te beschermen. Denk maar aan de wesp of het lieveheersbeestje. Met hun gekleurde plunje willen ze aan iedereen duidelijk maken dat ze gevaarlijk zijn… of alleszins met rust gelaten willen worden.)
Haal nu je 4 types lege verkeersborden boven. Kennen de kinderen nog de betekenis ?
Eventueel neem je ook het achthoekige STOP-bord mee in het gamma.

2. Op pad
SYSTEMATISCH ONDERZOEK
Elk kind krijgt nu één bepaald bord (zie 'downloads').
En we trekken door het erf op pad.
Als er tijdens de tocht ergens een plek of een situatie opduikt, waaraan een verkeersbord (met zijn betekenis) gekoppeld kan worden, dan legt de eigenaar van het bord uit waarom zijn/haar bord daaraan gelinkt kan worden. Op dat moment mag de eigenaar zijn bord afgeven.
Bijv. Hier is schrikdraad. Dat is gevaarlijk. Enkel als ik met een doorgang (en met toelating van de landbouwer) de schrikdraad kan loskoppelen, kan ik de weide binnenstappen.
Uiteraard let ik ook op voor de loslopende koeien (en de stier).
Bijv. Hier staat een vuilnisbak. Als ik straks mijn koek eet, dan gooi ik mijn papiertje in deze bak. (Misschien kan er ook nog gesorteerd worden.)
Wellicht kunnen meerdere borden bij dezelfde situaties geplaatst worden. Want bovenstaande situatie kun je ook vertalen als een verbod (om vuilnis te laten rondslingeren).
Zijn alle bordjes na de rondleiding afgegeven ? Dan zijn een pak regels en afspraken herhaald.
TRIGGER
Hierna kunnen de kinderen best wel aan het werk.
Prikkel de kinderen tijdens het werk met een gerelateerd probleem, dat straks tijdens de reflectie ontrafeld wordt. We focussen hierbij op het belang van regels en afspraken om de veiligheid te verhogen.
- In welke (gevaarlijke, opmerkelijke) situatie ben jij terechtgekomen ? Welk verkeersbord zou daar op zijn plaats geweest zijn ?
- Hoe komt het dat verkeersborden op de weg zo dikwijls ‘vergeten’ worden ?
3. Nabespreking
REFLECTIE en INTERACTIE
Kijk met de kinderen terug op hun uitgevoerde taken.
- Hoe hebben jullie gewerkt ?
- Wat verliep makkelijk ? Wat was moeilijker ? Welk materiaal hebben jullie gebruikt ? Welke materiaal hebben jullie eventueel gemist (om dit probleem op te lossen) ?
- Zou het ook veel eenvoudiger kunnen ?
Focus nu ook op de trigger.
- In welke (gevaarlijke, opmerkelijke) situatie ben jij terechtgekomen ? Welk verkeersbord zou daar op zijn plaats geweest zijn ?
- Hoe komt het dat verkeersborden op de weg zo dikwijls ‘vergeten’ worden ? (Waarschijnlijk is de betekenis van het verkeersbord niet de grote boosdoener, maar wel haast, stoerdoenerij, verstrooidheid,…)